Menu Close

Evaluatie en doorontwikkeling

GR Peelgemeenten

Inleiding
Vijf gemeenten in het zuidoosten van Brabant – Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Laarbeek en Someren – hebben hun krachten op het sociaal domein gebundeld in de GR Peelgemeenten. Na twee jaar heeft het Algemeen Bestuur van de GR verzocht om een evaluatie en advies over de doorontwikkeling van de samenwerking.

Uitdaging
De samenwerking is onder hoge druk van decentralisaties en het wegvallen van de centrumstad uit de samenwerking tot stand gekomen. Na twee jaar blijkt dat de samenwerking inhoudelijk goed presteert, maar dat zich verbeterpunten voordoen in de bestuurlijke sturing, de ambtelijke inrichting en de verbindingen tussen lokale en regionale aangelegenheden.

Resultaat
De adviezen inzake de doorontwikkeling – en de politiek-bestuurlijke omarming van deze handreikingen – hebben geleid tot bestuurlijke rust rondom de samenwerking. De bestuurlijke drukte is fors gereduceerd, er is meer verbinding tussen lokaal beleid en regionale uitvoering ingericht en discussies over takenpakket en financiering zijn naar de achtergrond verschoven.

Evaluatie en doorontwikkeling

GR Peelgemeenten

Inleiding
Vijf gemeenten in het zuidoosten van Brabant – Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Laarbeek en Someren – hebben hun krachten op het sociaal domein gebundeld in de GR Peelgemeenten. Na twee jaar heeft het Algemeen Bestuur van de GR verzocht om een evaluatie en advies over de doorontwikkeling van de samenwerking.

Uitdaging
De samenwerking is onder hoge druk van decentralisaties en het wegvallen van de centrumstad uit de samenwerking tot stand gekomen. Na twee jaar blijkt dat de samenwerking inhoudelijk goed presteert, maar dat zich verbeterpunten voordoen in de bestuurlijke sturing, de ambtelijke inrichting en de verbindingen tussen lokale en regionale aangelegenheden.

Resultaat
De adviezen inzake de doorontwikkeling – en de politiek-bestuurlijke omarming van deze handreikingen – hebben geleid tot bestuurlijke rust rondom de samenwerking. De bestuurlijke drukte is fors gereduceerd, er is meer verbinding tussen lokaal beleid en regionale uitvoering ingericht en discussies over takenpakket en financiering zijn naar de achtergrond verschoven.