Menu Close

BLOG | Het sociaal domein 2022: “historisch besef en een frisse blik”.

De verkiezingen zijn voorbij. Nieuwe raden zijn geïnstalleerd en nieuwe colleges zullen snel volgen. Colleges waar bij voorkeur ervaring en nieuw elan samenkomen. Het is immers een combinatie van historisch besef en een frisse blik wat vaak zorgt voor vooruitgang. 

Er is de afgelopen jaren een beweging op gang gebracht naar meer maatwerk, zelfredzaamheid en het stimuleren van betrokkenheid van inwoners. Het gevolg is dat de zorg dichter bij inwoners is komen te staan, met minder hulpverleners. Door preventief te werken wordt escalatie van problematiek voorkomen en daarmee hogere kosten. Er is stevig geïnvesteerd in lokale toegang en regionale samenwerkingen, in inkoop en preventie (voorliggend veld) en in professionals en de eigen inwoners.  

Het beeld lijkt soms anders. Dat heeft er primair mee te maken dat de decentralisaties werden uitgevoerd met te weinig tijd, (veel) te weinig geld en te weinig beleidsruimte. Beleidsruimte die bovendien gaandeweg ingeperkt werd (denk maar eens aan het Wmo-abonnementstarief) en die nog steeds ter discussie staat met de beoogde verplichte regionalisering van lokale overheden om jeugdhulp gezamenlijk in te kopen. Tel daarbij op dat de financiën nog steeds niet structureel geregeld zijn, de zorg met een structureel tekort aan personeel kampt en er sprake is van toenemende vergrijzing. We kunnen gerust concluderen dat gemeenten nog steeds voor een onverminderd grote uitdaging staan.  

Op basis van de ervaringen in onze dagelijkse adviespraktijk zien we bij deze uitdaging voor gemeenten drie elementen die van wezenlijk belang zijn:

  1. Een duidelijke koers
  2. Inzicht en keuzes in je invloedssfeer
  3. Investeren in samenwerken

We lichten deze drie elementen hieronder nader toe.

  1. Een duidelijke koers  

In het VNG magazine van maart 2022, stelt SCP-directeur Kim Putters dat dit het moment is om het ‘anders’ te doen in het sociaal domein. Vrij vertaald is de boodschap: werk (integraal) vanuit de inwoner en maak keuzes.  

Dit zijn primair politieke keuzes, zoals de vraag of de wet leidend is of de bedoeling, dat het geen issue meer is of dagbesteding vanuit de jeugdwet of de participatiewet georganiseerd wordt en of je zorg aan iedereen wil bieden of prioriteiten durft te stellen en dus verschil wil maken tussen inwoners.

Vaak zien we dat het lijkt alsof er een duidelijke koers is (vastgesteld in een beleidsnota sociaal domein), in de praktijk merken we ook dat deze niet breed bekeken en bekend is. Als je lokale visie niet aansluit bij de regio of als je streeft naar zelfredzaamheid van inwoners, maar deze hebben daar geen idee van, is er werk aan de winkel. 

Dit geldt vaak nog meer in de eigen organisatie. De wethouder wil graag integraal werken “vanuit de bedoeling”, terwijl de uitvoering toetst op doelmatigheid en rechtmatigheid. De WMO-consulent die vanuit de praktijk ziet dat een gehandicaptenparkeerkaart een logische oplossing is, wijst deze toch af omdat deze volgens de (door het college vastgestelde) beleidsregels niet kan worden verstrekt. 

b. Inzicht en keuzes in je invloedssfeer

Gemeenten moeten durven loslaten en tegelijkertijd stevig regie pakken op waar ze de meeste invloed willen en kunnen uitoefenen. Hierbij moet een duidelijke keuze gemaakt worden aan welke knoppen ze willen draaien (van inkoop tot inwoner) en wat daar het beoogde effect van is.

Kies je bijvoorbeeld als kleinere gemeente voor een focus op regionale inkoop of op preventief werken? De samenwerking met welzijn, onderwijs of huisartsen voorkomt immers dure ingekochte zorg. Je invloed is waarschijnlijk groter. Het resultaat is zorg dichterbij inwoners tegen lagere kosten.

In de praktijk zien we grote verschillen tussen gemeenten als het gaat om inzicht in welke knoppen. Er zijn enorm veel opties waaraan gedacht kan worden, zoals data gedreven werken (analyses en inzicht in gebruik), afspraken met verwijzers, afbakening van zorg, investeren in voorliggend veld, preventie, normaliseren, de samenwerking tussen toegang en regionale inkoop, enz. Hoe steviger gekozen wordt, hoe groter het effect. Er liggen dan ook kansen, kansen die echter bijna altijd vragen om een nauwere samenwerking, zowel lokaal als regionaal. 

c. Investeren in samenwerken 

Of het nu gaat om een verplichte regionalisering of een lokaal dossier waarbij zorg, onderwijs en gemeente samen doelgericht optrekken; samenwerken is noodzakelijk. Het samen bepalen van gemeenschappelijke doelen, met oog voor elkaars rol en positie is op veel plekken nog een zoektocht. Een goede samenwerking vraagt per definitie respect en begrip voor elkaars belangen. Dat is geen vanzelfsprekendheid, niet tussen gemeenten (groot en klein, centrumgemeente of dorp) maar ook niet tussen bijvoorbeeld inkooppartners en gemeenten. Partnerschap, aanbestedingen, proeftuinen, er liggen kansen genoeg, maar passen deze in de visie en invloedsfeer van uw gemeente? Dat is een zoektocht die uiteindelijk alleen winnaars zou moeten opleveren. 

Het helpt hierbij om inwoners volwaardig als samenwerkingspartner te betrekken. Een dalend zorggebruik of meer eigenaarschap op de eigen zorgvraag ontstaat door samen verantwoordelijkheid te nemen vanuit gelijkwaardigheid. Dat is spannend, maar de meest effectieve vorm om op de lange termijn de zorg houdbaar te houden voor iedereen die het nodig heeft. Ook dat is een keuze. 

De uitdagingen in het sociaal domein bieden kortom volop kansen. Kansen die historisch besef en een frisse blik vragen. Wij willen u hierbij graag ondersteunen. Onze adviseurs kunnen u helpen met het maken van een krachtenveldanalyse, programmamanagement, het samen met inwoners en partners uitwerken of aanscherpen van uw toekomstige richting in het sociaal domein of u adviseren en begeleiden in samenwerkingstrajecten.

Deze blog is het eerste deel van een serie over sturing in het sociaal domein. In onze volgende blog gaan wij in op de vertaling van uw visie of doel naar praktische uitvoering.

Deze blog is geschreven door Marnix Schlösser, senior adviseur bij & Van de Laar en voormalig wethouder. Marnix werkte actief aan een herijking in het sociaal domein die een miljoenenbesparing opleverde waarbij de tevredenheid onder inwoners steeg. 

Jasmijn Hondebrink is mede-auteur van deze blog en werkzaam als adviseur sociaal domein bij &VDL.

Wilt u meer informatie of een vrijblijvend gesprek over samenwerking, koers en visie of sturing in het sociaal domein?  Neem contact op met Marnix: m.schlosser@en-vdl.nl of bel met & Van de Laar op 085 – 747 06 18.