Menu Close

Verplichte regionalisering jeugdhulp

Hoe ga je hiermee om?

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de organisatie van jeugdhulp, kinderbeschermings-maatregelen en jeugdreclassering. Met de decentralisaties in 2015 werd toegewerkt naar kleinschaligheid. Tegelijkertijd is er steeds meer aandacht gekomen voor schaalvergroting. In de Jeugdwet is opgenomen dat gemeenten met elkaar samenwerken indien dat voor een doeltreffende en doelmatige uitvoering van deze wet aangewezen is. Om de beschikbaarheid van (hoog)specialistische jeugdhulp te bevorderen, stelt het kabinet dat gemeenten bij de inkoop van specialistische zorg regionaal moeten gaan samenwerken. Dit heeft geleid tot het wetsvoorstel “Verbetering beschikbaarheid zorg voor jeugdigen”. 

Wat houdt het wetsvoorstel in?

Door regionale samenwerking te verplichten kunnen individuele gemeenten zich niet meer onttrekken aan de gezamenlijke inkoop van een specifieke vorm van (hoog)specialistische jeugdzorg. Ook zal het niet meer mogelijk zijn voor regio’s om zich op te splitsen in sub regio’s. In de wet wordt vastgelegd:  

  • Iedere gemeente stelt een regiovisie vast met daarin de organisatiewijze van zorg als antwoord op de geïnventariseerde hulpbehoeften in de regio.
  • Een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) legt vast welke vormen van zorg voor jeugdigen gemeenten minimaal regionaal moeten inkopen. 
  • Gemeenten krijgen de verplichting hun samenwerking te formaliseren via een gemeenschappelijke regeling zoals bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen.
  • De regio-indeling wordt na vaststelling van het wetsvoorstel vastgelegd in een Ministeriële Regeling.  

Wat is de impact voor gemeenten?

De impact is afhankelijk van een aantal factoren. 

  1. Wat is er geregeld in de samenwerking: hebben ze alleen de inkoop van jeugdhulp geregeld of ook het contractmanagement, backoffice en beleid? 
  2. De wijze waarop de samenwerking rondom jeugdhulp op dit moment is georganiseerd: is er sprake van een formele samenwerkingsregeling via een gemeenschappelijke regeling of zijn de samenwerkingsafspraken vastgelegd in een privaatrechtelijke samenwerkingsovereenkomst? 
  3. In hoeverre de samenwerking aansluit op de 42 jeugdzorgregio’s: is de huidige samenwerking conform de indeling van de jeugdzorgregio’s of wijkt deze daarvan af? 

Deze vragen kunnen regio’s zich nu al stellen om te beoordelen wat het wetsvoorstel voor gemeenten/regio’s zou kunnen betekenen. 

Wat kunnen gemeenten doen?

Het volgende proces kunnen gemeenten met elkaar doorlopen om een overwogen en zorgvuldige keuze te maken. Het een en ander is afhankelijk van de situaties van de gemeenten/regio’s, maar in de basis is onderstaand proces daarin werkbaar.

Enkele ervaringen van &VDL rondom regionaliseringsvraagstukken binnen het sociaal domein:

  • Vorming netwerksamenwerking  ‘Een 10 voor de Jeugd’.
  • Vorming netwerksamenwerking  ‘Samen voor Jeugd’.
  • Analyseren en versterken van  jeugdhulpregio Zuid-Limburg.
  • Analyseren en versterken van  jeugdhulpregio Noordoost-Brabant.
  • Adviseren van de VNG over criteria voor robuuste jeugdhulpregio’s.

Nog een aantal tips:

  1. Handel vanuit de gedragen visie op jeugdhulp en bekijk dan wat dit betekent voor de verplichte regionale samenwerking.
  2. Bouw voort op de ervaringen die er al zijn.
  3. Neem voldoende tijd in het proces om goed met elkaar fundamentele keuzes te maken.

Heb je vragen of wil je graag een afspraak maken?

Neem contact op met Hind Darid,

marktgroepleider sociaal domein:

06 43 42 59 11

of stuur een mail naar h.darid@en-vdl.nl

& Van de Laar 

Emmasingel 29-11

5611 AZ  Eindhoven

085 – 747 06 18

info@en-vdl.nl

en-vandelaar.nl